Categorie: Overig

Hoe kies je een school voor je kind?

Hoe kies je een school voor je kind?

Als je kind 5 jaar wordt, is het pas leerplichtig. Maar de meeste ouders kiezen er voor om hun kind al bij 4 jaar naar de basisschool te laten gaan. En dan begint het pas. Want welke school kies je? Ga je voor die school om de hoek of toch liever voor die school iets verder weg met die specifieke pedagogische ideeën?

Allemaal vragen waar je als ouder mee te maken kan krijgen. Een belangrijke tip: neem de tijd om een weloverwogen besluit te nemen. Want als het goed is, gaat je kind 8 jaar lang doorbrengen op de basisschool die jij op het punt staat te kiezen.

Deze handleiding kan je echter aardig op weg helpen om de juiste keuze te maken.

 

Vooraf

Voordat we je helpen bij het makkelijker maken van de keuze voor de school voor je kind, geven we je wat informatie vooraf.

Zoals in de inleiding beschreven gaan kinderen vaak met 4 jaar al naar school. Volgens de wet zijn kinderen bij 5 jaar pas leerplichtig. Toch is het goed om kinderen al eerder naar school te laten gaan. Ze worden zo optimaal voorbereid op hun verdere schoolloopbaan en komen alvast in aanmerking met andere kinderen en leerkrachten.

Daarnaast worden kinderen van 4 jaar niet meer toegestaan op de peuterspeelzaal en worden ze ook geweerd door kinderdagverblijven. Veel ouders worden dan ook min of meer gedwongen hun kind bij 4 jaar naar school te doen (of ze zitten er thuis mee).

Het is ook niet meer zo dat het vanzelfsprekend is dat kinderen van het katholieke geloof naar een katholieke school gaan en christelijke kinderen naar een christelijke school. Tevens hoef je als kind niet meer naar de school om de hoek als de school aan de andere kant van de stad meer te bieden heeft.

Stap bij het maken van een keuze dus over deze kaders heen. Beperk je tot één hamvraag: wat is de beste school voor jouw kind?

 

Een keuze maken

Tijd om je te helpen bij het maken van een keuze. Hieronder volgen enkele richtlijnen die je kan gebruiken om de doorslag te geven.

 

Onderwijsinspectie

In de eerste plaats lijken weinig ouders zich nog iets aan te trekken van de Onderwijsinspectie. De Onderwijsinspectie inspecteert iedere twee jaar scholen door Nederland en geven dan het label “goed” of “zwak”.

Toch geven weinig ouders aan de visie van de Onderwijsinspectie mee te wegen in hun besluit. De inspectie is vaak een momentopname door mensen die vooral op theorie zitten en niet op praktijk.

Desondanks kan het geen kwaad om de website van de Onderwijsinspectie te bezoeken en hun bevindingen bij de scholen die jij voor ogen hebt te lezen.

 

Strijd om de peuters

Zit jouw kind op een peuterspeelzaal? Grote kans dat je kind dan al – vaak onbewust – geconfronteerd is met de strijd om de peuters die basisscholen onderling voeren. Veel basisscholen sluiten samenwerkingen met de peuterspeelzaal. De peuters komen dan eens in de twee weken (of vaker) sfeerproeven in de kleuterklassen. Kleuters en peuters spelen samen, worden voorgelezen en de basisschool én peuterspeelzaal brengen dit nieuws naar buiten.

Zo is het verloop van de peuterspeelzaal naar een van de basisscholen in de buurt al meer vanzelfsprekend.

Als ouder is het goed om je te beseffen dat deze strijd gaande is en dat deze niets hoeft te betekenen voor jouw keuze. Ook al kiest de peuterspeelzaal in haar samenwerking voor basisschool de Parelhoen. Als jij je kind liever naar OBS De Krielkip stuurt, is dat natuurlijk prima.

 

Geloof

Geloof lijkt nauwelijks nog uit te maken. Christelijke kinderen gaan naar een openbare school, katholieke kinderen naar een christelijke en islamitische kinderen zijn overal terug te vinden. Mocht je het toch belangrijk vinden, neem dit dan wel mee in je besluit.

Op christelijke scholen worden christelijke feesten gevierd en is veel aandacht voor de Bijbel, terwijl op katholieke scholen het onderwijs zich vaak beperkt tot de typische katholieke feesten (denk aan carnaval) en catecheselessen.

Openbare basisscholen kunnen op geheel eigen wijze invulling geven aan geloofsovertuiging en feesten.

 

Bijzonder en speciaal verschillen

Er is een belangrijk verschil tussen bijzonder en speciaal onderwijs. Bijzonder onderwijs kun je zien als onderwijs waarbij een onderwijskundige visie of een geloof aan de basis staat: Montessori hangt de leer van Maria Montessori aan, de vrije school die van Rudolf Steiner en Jenaplan handelt conform de Jenaplanprincipes.

Speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen die speciale onderwijskundige behoeften hebben (vaak opgedeeld in clusters), zoals kinderen die doof of blind zijn, maar ook kinderen met gedragsproblemen.

 

Pedagogische instelling

Het kan zijn dat je voor een specifieke pedagogische instelling kiest, zoals Jenaplan, Montessori of Freinet. Van deze scholen zijn er minder in Nederland en – zeker in kleine steden of dorpen – kan het even zoeken zijn voor je zo’n school gevonden hebt.

Maar het kan zijn dat je je helemaal kan vinden in de Montessori-opvattingen of je kind een geschikt kind vindt voor vrij onderwijs. Ga dan op zoek naar deze scholen!

 

Praktisch haalbaar

Een schoolkeuze moet ook praktisch haalbaar zijn. Stel dat je drie kinderen hebt en niet ieder kind een vrije school-type is. Ga je dan je oudste op de vrije school doen, de middelste op Freinet en de jongste op de openbare basisschool om de hoek?

Dat zijn keuzes en afwegingen die je moet maken. Let dan op halen en brengen, het wel of niet hebben van een continurooster (waarbij kinderen tussen de middag niet naar huis komen maar op school eten) enzovoorts.

Op papier lijkt het misschien allemaal ideaal, maar praktisch moet het wel haalbaar zijn. Zeker als je ook nog een baan hebt!

 

Grote of kleine school?

Tot slot een belangrijke overweging: de grote of de kleine school. Wat is handig? Op zich maakt het niet uit of je voor een grote of kleine school kiest. Het ene kind vaart nu eenmaal beter in een grote school dan het andere kind.

Maar wel is het goed om je te beseffen dat er voordelen en nadelen kleven aan een kleine school, alsook aan een grote school. Hieronder zetten we de belangrijkste voordelen tegen elkaar weg.

 

Voordelen van een grote school

  • Een grote school heeft vaak een uitgebreid docententeam en veel geld tot haar beschikking;
  • In een grote school is meer mogelijk op het gebied van persoonlijke begeleiding, remedial teaching en leermiddelen;
  • Een grote school is onafhankelijk en hoeft leermiddelen en inkomsten niet te delen met andere scholen;
  • Met zoveel expertise in huis worden grote scholen vaak als “sterk” bestempeld door de Inspectie;
  • De werkdruk van een lerarenteam kan op een grote school veel eenvoudiger worden verdeeld dan op een kleine school, waardoor de leerkrachten veel tijd aan hun klas en leerlingen kunnen besteden na schooltijd (denk aan lesplannen, voorbereidingen en gesprekken);
  • Mocht er een probleem zijn in de klas, dan is wisselen vaak makkelijker omdat er meerdere klassen van een leerjaar op een grote school zijn.

 

Voordelen van een kleine school

  • Ten opzichte van een grote school is een kleine school vaak knusser en kent iedereen elkaar, is er veel persoonlijke aandacht en verloopt de communicatie makkelijker;
  • Met beperkte leermiddelen lukt het veel kleine scholen niet altijd om het goed te doen in de ogen van de Inspectie;
  • Op kleine scholen worden klassen vaker gecombineerd en kan het zijn dat 6-, 7- en 8-jarigen in één klas zitten.

 

Conclusie

Het mag duidelijk zijn: een schoolkeuze voor je kind wil je goed afwegen. De voorgenoemde richtlijnen kunnen jou als ouder helpen om de beste keuze voor je kind te maken.

Deze Cito-toetsvragen vonden uw kinderen het lastigst

Deze Cito-toetsvragen vonden uw kinderen het lastigst

Zoals elk jaar roept de Cito-toets (sinds 2015 officieel Centrale Eindtoets PO) veel vragen op. Zo ook weer dit jaar. De lastigste Cito-toetsvragen zetten we graag op een rijtje.

 

Dag 2: Rekenen 2, opgave 18

Cito-toets broeken met korting

Suus koopt een spijkerbroek en krijgt korting. De vraag is hoeveel korting ongeveer. Nu hebben veel kinderen moeite met het woordje “ongeveer”, maar in deze som mag dat geen struikelblok zijn. € 79,90 is zo afgerond naar € 80.

Wie dan inzicht heeft ziet dat er € 20 korting gegeven wordt. € 20 is precies ¼ van € 80 (en dus ongeveer ¼ van € 79,90).

Maar het antwoord 20% roept verwarring op.

Kinderen die wel inzien dat een kwart hetzelfde is als 25% kiezen dan soms nog voor 0,25% omdat ze in de breuken zijn blijven hangen.

 

Dag 2: Rekenen 2, opgave 20

Nog geen 2 opgaven verder in het boekje op dag 2 treffen we een tweede lastige som aan. Nina snijdt een rol behang van 2 ½ meter in stukken van ¼ meter. Hoeveel stukken krijgt zij dan?

Cito-toets rol behang

De meeste kinderen komen wel tot 8 stukken (8 x ¼ is immers 2), maar lopen dan vast op de 1/2. Ze zien dit als rest en gaan daarom voor het antwoord 8 1/2.

Het gaat er echter om dat ¼ uit ½ wordt gehaald en dat kan 2 keer. 8 + 2 is 10. Het enige goede antwoord is D.

 

Dag 3: Taal 4, opgave 18

De kinderen lezen een stuk tekst over Tom die een taalopdracht moet schrijven. Hij schrijft over het spotten van een wolf. Ergens in zijn verslag schrijft hij: “We wisten ook wel dat de kans om de wolf echt te spotten heel klein was. Het blijft een geval van in de smiezen hebben. Misschien volgende week…”

Het gezegde “in de smiezen hebben” moet vervangen worden.

Maar waardoor?

De meeste kinderen hebben geen flauw idee, want het antwoord “een speld in een hooiberg zoeken” werd niet al te vaak gegeven. Wel kwam “ergens geen peil op kunnen trekken” regelmatig terug.

 

Dag 3: Taal 5, opgave 22

De laatste opdracht die opvallend vaak fout werd gemaakt, betrof de volgende:

Cito oefening zelfstandig naamwoord

 

De regel bij zelfstandig naamwoorden wordt op de basisschool vaak als volgt aangeleerd: je moet er “de” of “het” voor kunnen zetten. En welk woord staat er voor het bijvoeglijk naamwoord “vervallen”? Precies… het. Niet gek dus dat kinderen twijfelen tussen A en B en toch voor B kiezen.

 

Bronvermelding: Afbeeldingen en opgaven komen uit de Cito-boekjes van Dag 1 en Dag 2.

Online basisschool vakken oefenen

Online basisschool vakken oefenen

Je hoort vaak dat het onderwijs in Nederland verslechtert, althans vroeger was alles beter hoor je ook vaak. Of het Nederlandse onderwijs nu wel of niet beter is dan voorheen, laat ik even in het midden. Veel ouders laten alles afhangen van school en de leraren. Dit terwijl je zelf ook stappen kunt ondernemen om het onderwijs van je kind te verbeteren. We leven tenslotte in een digitale revolutie waarin elke dag weer nieuwe ontwikkelingen zijn.

Online leren

Een goed voorbeeld hiervan is het online leren. Deze onderwijsmethode ook wel thuisstudie, zelfstudie of leren op afstand genoemd kennen de meeste mensen van de onderwijsinstellingen zoals het LOI (Leids onderwijs instituut) of NHA en NTI, om er een paar te noemen. De thuisstudies bestaan al jaren en veel mensen hebben hier dan ook al gebruik van gemaakt. Toch heeft er ook binnen deze branche een groter verandering plaatsgevonden.

Tegenwoordig kun je deze thuisopleidingen namelijk compleet digitaal en online volgen. Het online leren bied weer veel nieuwe mogelijkheden voor veel mensen, volwassenen maar ook voor kinderen.

Enkele voordelen van een online studie zijn. Dat je deze overal vanaf een computer, laptop of tablet kunt volgen. Zolang je maar een internet verbinding hebt. Dit betekend dat je nog meer ruimte in je dagelijkse leven hebt om een studie naast je huidige baan of opleiding te volgen. Dit helemaal op jou eigen manier en hoe jij wilt. Je begrijp dat door middel van een thuisstudie iedereen alles kan leren wanneer en waar men maar wil.

Online leren voor kinderen

De laatste jaren zie je dat er verschillende bedrijven goed inspelen op de vraag naar zelfstudie voor kinderen. Inmiddels is er een ruim aanbod in online cursussen voor kinderen. Voor alle doeleinden zijn er oplossingen die je helemaal online kunt volgen, met of zonder begeleiding. Er zijn online cursussen zoals typecursussen voor kinderen met dyslexie. Je kunt als kind op de zaken vooruit lopen door bijvoorbeeld Engels of Spaans te gaan leren via bijvoorbeeld LOI Kidzz.

Online Basisschool vakken oefenen

Maar ook alle basisschool vakken worden online aangeboden. Het kan zijn, dat je kind bijles nodig heeft, maar dit hoeft niet perse. Het kan ook een manier zijn om ervoor te zorgen dat je kind school leuk blijft vinden en wellicht wat vooruit loopt op het materiaal dat via de basisschool wordt aangeboden.

Een online cursus voor kinderen dat zich richt op alle basisschool vakken is het bekende Squla. Dit is een leuke manier voor kinderen om te leren. Op een avontuurlijk en spelende manier leren ze de basisschool vakken. Leuk leren met Squla is een bewezen methode waaruit blijkt dat kinderen met minder stress naar school gaan. De dienst is voor een redelijk maandbedrag aan te schaffen en kun je via zowel het internet als een speciale App voor alle devices gebruiken. Kinderen kunnen op deze manier leuk leren met Squla. Ouders krijgen een speciaal ouder account waamee ze kunnen meekijken met de voortgang van hun kinderen.

Hoewel Squla wellicht de bekendste aanbieder is van online basisschool vakken oefenen voor kinderen. Zijn er tal van andere diensten die zich bijvoorbeeld meer richten op het leren typen voor kinderen. Ducktypen is er zo een. Daar gaat je kind op avontuur met Donald Duck en leert het op een spelende manier blind typen. Een belangrijk onderwerp als je het ons vraagt. We gebruiken steeds minder de pen en papier. Blind typen zorgt voor een efficiënte en gezonde werkhouding. Daarom is een blind typen cursus ook aan te raden voor volwassenen die nog niet blind typen kunnen.

De voordelen?

Tegenwoordig zitten de meeste kinderen veel op tablets iPad’s en telefoons te spelen. Echter kijken ze meestal Youtube of doen ze spelletjes, wat in veel gevallen ook leerzaam kan zijn. Een dienst als Squla, Ducktypen of LOI Kidzz is minstens net zo leuk. Ze zijn er alleen op ingericht dat kinderen echt wat leren. Het voordeel hiervan is dat je dit overal kunt doen, dus ook op vakantie of in de auto. Zolang er maar een Wifi verbinding is.

Op deze manier kun je als ouder zelf bijdragen aan het onderwijs van je kinderen. Squla wordt bijvoorbeeld al vanuit veel basisscholen geadviseerd, net zoals rekentuin en taalzee. Als ouder heb je de belangrijkste taak om je kind op de toekomst voor te bereiden, het wijs te maken en kun je niet blind vertrouwen en de verantwoordelijkheid hiervoor bij een school neerleggen.