5 typen van “bijzonder” onderwijs

5 typen van “bijzonder” onderwijs

In Nederland hebben we het met het onderwijs lange tijd goed voor elkaar gehad. Hoewel Nederland aan het afzakken is op de wereldwijde lijst van onderwijs, is er in het verleden veel geïnvesteerd. Zo kunnen ouders kiezen uit verschillende typen van “bijzonder” onderwijs. Hieronder lichten we de 5 bekendste typen kort toe.

 

Jenaplan

Peter Petersen is de grondlegger van het Jenaplanonderwijs, genoemd naar het Duitse plaatsje Jena. In zijn onderwijs leren kinderen van en met elkaar. Er zijn geen klassen met leeftijdsgenoten, maar stamgroepen met leeftijden door elkaar heen.

Samenwerken, samen ontdekken en samen verantwoordelijkheid dragen staan hierbij centraal. In Nederland zijn er zowel scholen voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs die zich richten op het principe Jenaplan.

 

Dalton

Veel verantwoordelijkheid krijgen kinderen die het daltononderwijs volgen. Helen Parkhurst is de officiële grondlegger. Ze kon zich niet vinden in de wijze waarop in ouderwetse klassen de nadruk op lesstof lag en niet op kinderen.

In daltononderwijs zitten kinderen die zelfstandig en zelfredzaam zijn. Ze werken aan hun eigen leerroute en de leerkracht helpt hen door structuur te bieden en te begeleiden bij het behalen van hun doelen.

Ook in daltononderwijs zitten meerdere leeftijden door elkaar.

 

Freinet

Célèstin Freinet is de grondlegger van het ervaringsgerichte leren. Hij nam zijn leerlingen liever mee de omgeving in om te leren bij de bakker, de automonteur en in het bos in plaats van uit boeken in de klas.

Ervaringsgericht onderwijs krijgt in Nederland ook een plaatsje. Er zijn enkele scholen die het freinetonderwijs aanhangen.

 

Montessori

Maria Montessori is de Italiaanse grondlegster van het montessorionderwijs. Hier krijgen kinderen heel veel verantwoordelijkheid. Dat uit zich onder meer in het kenmerkende plantje dat ze moeten verzorgen om te laten zien dat ze zorg kunnen hebben voor hun omgeving.

Montessori is een apart type onderwijs. Leerkrachten dienen hierop af te studeren. Ook is Montessorimateriaal alleen bedoeld voor het Montessorionderwijs en wordt het niet op andere scholen gebruikt. Nederland kent meer dan 150 Montessoribasisscholen en 20 middelbare scholen.

Het draait bij Montessori om samenwerken, zelfstandigheid en keuzevrijheid.

 

Vrije school

De vrije school gaat uit van het kind (de antroposofische gedachte) en dat er vanuit het kind geleerd moet worden. Er moet geen lesstof opgelegd worden. Als een kind klaar is om iets eigen te maken, is dát het moment om het te leren.

Binnen de vrije school gaat de leerkracht gedurende alle schooljaren mee. De meeste vrije scholen willen doorgroeien naar de middelbare school (waardoor kinderen dus tot hun zestiende of achttiende op een vrije school verblijven), al is dat niet altijd haalbaar.

Uitgangspunten zijn veel aandacht voor cultuur en natuur, creativiteit en de focus die op de persoonlijke ontwikkeling ligt (en niet op de cognitieve prestaties).

In Nederland zijn ongeveer 70 vrije scholen, waarvan er 14 ook middelbaar onderwijs bieden.

Comments are closed.