
Begrijpend lezen in de middenbouw
Begrijpend lezen in de middenbouw van de basisschool ( meestal groep 4, 5 en 6 ) is een cruciaal onderdeel van het taalonderwijs: kinderen leren niet alleen teksten lezen, maar vooral hoe zij zélf de boodschap, de structuur en de bedoeling achter de teksten kunnen doorgronden.
Hieronder een uitgebreid beeld van wat het vak inhoudt in groep 5, hoe het geïntegreerd kan worden met andere vakken, waarom oefenen zinvol is, en welke strategieën kinderen moeten leren om goed te kunnen lezen en begrijpen.
Wat houdt begrijpend lezen in groep 4, 5 en 6 in?
In groep 5 wordt bij begrijpend lezen de stap gezet van vrij eenvoudige verhalende teksten naar complexere en gevarieerde teksten. Leerlingen krijgen te maken met verschillende tekstsoorten: verhalende verhalen, informatieve teksten, meningen, overtuigende teksten, handleidingen en instructies.
Daarnaast worden vaardigheden belangrijker als:
- het herkennen van de hoofdgedachte van een tekst;
- het herkennen van de structuur van een tekst (inleiding, kern, slot of opbouw bij informatieve teksten)
- het gebruik van signaalwoorden en verwijswoorden om verbanden te leggen (oorzaak-gevolg, probleem-oplossing etc.)
- het afleiden van de betekenis van moeilijke woorden via de context, via woorddelen, via illustraties etc.
- het trekken van conclusies en het samenvatten van teksten; niet alles wat er staat is even belangrijk, kinderen moeten leren wat de kern is.
Kortom: in de middenbouw wordt tekstbegrip een steeds zelfstandiger vaardigheid, met meer focus op actieve en reflecterende leesstrategieën.
Integratie met andere vakken
Begrijpend lezen is niet iets dat alleen in de taallessen thuishoort. Omdat vrijwel alle vakken in de middenbouw schriftelijk instructies geven, teksten gebruiken (bijvoorbeeld bij aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, wereldoriëntatie) , en en voorzieningen zoals werkbladen, handleidingen, websites, kranten, tijdschriften, is het lezen en begrijpen van teksten ook daar essentieel.
Wanneer begrijpend lezen geïntegreerd wordt…
- … kan de leerkracht teksten uit wereldoriëntatie of natuur gebruiken in de taalles om leesstrategieën te oefenen. Bijvoorbeeld: een informatieve tekst over ‘de waterkringloop’ gebruiken om signaalwoorden te herkennen of verbanden te leggen.
- … wordt de woordenschat uit andere vakken versterkt: moeilijke vaktermen of begrippen uit aardrijkskunde of natuurkunde kunnen in taalles gebruikt worden om begrip te vergroten.
- … wordt de leesmotivatie verhoogd als kinderen zien dat wat ze lezen ook relevant is voor andere vakken. Je kunt teksten inzetten die aansluiten bij thema’s in de zaakvakken.
- … kan begrijpend lezen gebruikt worden om onderzoeksvaardigheden te trainen: het opzoeken van informatie, het vergelijken van bronnen, samenvatten van inhoud uit meerdere teksten enzovoorts.
Door deze koppeling wordt begrijpend lezen niet een op zichzelf staand vakje, maar een vaardigheid die werkelijk verweven raakt met het leerproces in alle vakken.
Waarom oefenen zinvol is
Steeds meer ouders oefenen begrijpend lezen met hun kind. Oefenen is om verschillende redenen zinvol. We zetten de belangrijkste redenen even op een rijtje voor j e.
Automatiseren
Hoe meer ervaring kinderen hebben met verschillende tekstsoorten en opdrachten, hoe sneller ze worden in het herkennen van structuur, betekenis en signalen, waardoor minder cognitieve energie nodig is voor ‘lezen’ zelf, er is ruimte over voor diepere begrip. Dit automatiseren kun je vergelijken met leren fietsen. Dat gata op een keer ook vanzelf.
Zelfvertrouwen en motivatie
Succeservaringen, bijvoorbeeld door opdrachten goed uit te voeren, zorgen dat kinderen vertrouwen krijgen in hun leesvaardigheid. Ze durven meer complexe teksten aan. Boeken zoals Begrijpend Lezen Oefenen voor Groep 5 (Paul Bergman) zijn daar heel geschikt voor, omdat ze alle vereiste vaardigheden dekken, met afwisselende teksten en vraagvormen.
Voorbereiding op toetsen
In groep 5 bestaan er verschillende toetsen (methodetoetsen, leerlingvolgsystemen zoals IEP, Leerling in Beeld, Boom LVS etc.) die peilen naar begrip van teksten, het leggen van verbanden en inzicht in taalgebruik. Oefenmateriaal dat lijkt op de opgaven in deze toetsen helpt leerlingen om vertrouwd te raken met de vraagstelling en verwachtingen.
Verschillende niveaus en differentiatie
Kinderen ontwikkelen zich in verschillend tempo. Regelmatig oefenen biedt de mogelijkheid om te differentiëren – opdrachten op niveau, extra ondersteuning waar nodig, etc.
Transfer naar alledaagse situaties
Teksten kom je overal tegen, in instructies, recepten, tijdschriften, internet, handleidingen en ga zo maar door. Oefening helpt om die vaardigheden ook buiten de school in te zetten, wat uiteindelijk ook het doel is van het hele vak!
Strategieën die een kind moet leren
Er zijn verschillende strategieën die in groep 5 expliciet aangeleerd en geoefend moeten worden. Deze helpen kinderen om niet alleen passief te lezen, maar actief betekenis te construeren.
- Voorkennis activeren en voorspellen
Vooraf bedenken: waar zou een tekst over kunnen gaan, op basis van titel, afbeeldingen, inleiding, kopjes. Dat brengt het kind al in een “denkmachine” die gericht is op begrip.
- Globaal lezen / scannen
De leerling leert eerst de tekst te bekijken op belangrijke elementen ( kopjes, invoerende alinea’s, signaalwoorden ) voordat hij/zij de tekst volledig leest. Dit helpt bij het oriënteren en bij het begrijpen van de structuur en verwachtingen.
- Zoekend lezen / informatie opzoeken
Leren hoe je gerichte vragen in de tekst beantwoordt: “Waar staat dit?”, “In welke alinea staat …?”, “Welke zin bevat het belangrijkste argument?” etc. Dit is vooral bij informatieve teksten belangrijk.
- Signaalwoorden en verwijswoorden herkennen
Kinderen leren dat signaalwoorden zoals “omdat”, “dus”, “maar”, “terwijl”, “daarom” etc. belangrijke schakels zijn in teksten. En dat verwijswoorden (hij, zij, dat, wat, deze, die) terugverwijzen naar iets eerder.
- Moeilijke woorden afleiden
Niet alle woorden zullen bekend zijn. Kinderen moeten oefenen met het afleiden van betekenis uit de context, het terug- en vooruitlezen, beeldmateriaal, splitsen in woorddelen etc.
- Samenvatten en conclusies trekken
Uit de tekst selecteren wat belangrijk is, samenbrengen in eigen woorden, en conclusies kunnen formuleren (“wat wil de schrijver ons laten zien?”, “wat is het belangrijkste punt?”, “Wat denk ik dat er gaat gebeuren?”).
- Reflectie op eigen begrip
Leren signaleren wanneer iets niet begrepen is (moeilijke zin, woord, verband). Vragen durven stellen of terug gaan naar de tekst. Soms hardop denken (“Hé, dit snap ik niet, wat bedoelt de schrijver hier?”).
Hoe je oefenen het beste kunt aanpakken
Om het oefenen echt effectief te maken, is het belangrijk dat er structuur in zit, maar tegelijk dat het leuk en afwisselend blijft. Enkele overwegingen:
- Begin met teksten die goed aansluiten bij de belevingswereld van het kind; interesse vergroot de motivatie.
- Gebruik geleidelijk moeilijker teksten: langere teksten, meer abstracte thema’s, minder illustraties.
- Laat kinderen niet alleen open vragen beantwoorden, maar ook gesloten vragen, opdrachten met meerdere keuze, ja/nee vragen etc., zodat ze verschillende vaardigheden oefenen.
- Bespreek samen de antwoorden; laat het kind uitleggen waarom iets goed of fout is. Dat vergroot begrip.
- Maak gebruik van oefenboeken zoals Begrijpend Lezen Oefenen voor Groep 5 van Paul Bergman, dat gericht is op alle belangrijke vaardigheden en is afgestemd op toetsen zoals IEP, Boom, Leerling in Beeld en Dia.
- Laat lezen ook thuis gebeuren: samen lezen, bespreken wat gelezen is, vragen stellen. Ouders kunnen praten over wat een tekst vond, wat de belangrijkste boodschap is etc.
- Implementeer leesstrategieën bewust in de klas: bijvoorbeeld een kloof-opdracht (tekst lezen, strategie toepassen, bespreken), of groepsgesprekken over teksten.
Conclusie
Begrijpend lezen in de middenbouw (groep 4 tot en met groep 6) is niet zomaar lezen; het is leren begrijpen, verbanden leggen, nadenken over wat je leest en waarom het op die manier is geschreven. De vaardigheden die kinderen in groep 4 en groep 5 leren vormen de basis voor de bovenbouw (groep 6), waar tekstbegrip steeds complexer wordt. Door integgratie met andere vakken, door gestructureerd en gevarieerd oefenen, en door expliciet aandacht te besteden aan strategieën zoals voorspellend lezen, signaalwoorden, samenvatten en conclusies trekken, kan een kind zich ontwikkelen tot een sterke, zelfstandige lezer. Een goede begeleiding thuis én op school maakt het verschil.


