
Naar het VO? Dit zijn de leerwegen.
In groep 8 maken alle kinderen en hun ouders een keuze voor vervolgonderwijs. Daarin zijn meerdere richtingen. Deze richtingen worden ook wel leerwegen genoemd.
Iedere leerweg is afgestemd op andere capaciteiten. Wil je alvast bekijken welke leerwegen er zijn om je een beeld te vormen van de mogelijkheden? In dit artikel zetten we de leerwegen voor je uiteen.
Vier stromingen
In het voortgezet onderwijs zijn vier stromingen te onderscheiden. Het betreft:
- Praktijkonderwijs
- Het VMBO
- De HAVO
- Het VWO
Hoewel een kind uiteindelijk afstudeert binnen één van deze stromingen, zijn er verschillende leerwegen te bewandelen. Hieronder lichten we dat verder toe.
Praktijkonderiijs
Leerlingen die het niveau VMBO-bbl niet aan kunnen en moeite hebben met leren, kunnen praktijkonderwijs gaan volgen. Op het praktijkonderwijs krijgen leerlingen praktische vakken, zoals burgerschap, aan het werk en vrije tijd. Ook wonen komt aan bod, zodat kinderen worden voorbereid op het zelfstandig wonen.
Je komt niet zomaar in aanmerking met praktijkonderwijs. Er moet een test worden gedaan. Deze IQ-test zal moeten bewijzen dat je IQ tussen de 60 en 80 ligt. Ook moet je een leerachterstand van tenminste drie jaar hebben.
De opleiding op het praktijkonderwijs duurt vijf jaar. Kinderen worden voorbereid op:
- het functioneren op de arbeidsmarkt
- het leren van praktische vaardigheden
- het leren van sociale vaardigheden
Na het praktijkonderwijs kunnen kinderen aan het werk. Ook kunnen kinderen doorstromen naar een beroepsopleiding op het MBO niveau 1.
VMBO (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs)
Gemiddeld gezien gaan de meeste leerlingen naar het vmbo. Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs kent echter verschillende leerwegen.
Basisberoepsgerichte leerweg (BBL)
Kinderen die een praktische instelling hebben, graag leren met hun handen (en niet al te graag leren uit boeken) kunnen het BBL volgen. Hier krijg je algemene vakken en wordt je alvast voorbereid op een beroep, bijvoorbeeld in de techniek, automechanica, administratie of landbouw. De opleiding duurt 4 jaar. Leerlingen kunnen vervolgens een opleiding volgen op het MBO niveau 2.
Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL)
Er zijn ook kinderen die graag praktisch bezig zijn, maar geen hekel hebben aan leren uit boeken. De kaderberoepsgerichte leerweg is er voor die kinderen. Ze doen examen in vier algemene vakken en een beroepsgericht vak. Het KBL is eigenlijk een mix tussen BBL en TL. Kinderen volgen het KBL ook 4 jaar en kunnen daarna een MBO-opleiding volgen op niveau 3 of 4.
Gemengde leerweg (GL)
De gemengde leerweg lijkt op het KBL, maar richt zich nog iets meer op het theoretische aspect. Het niveau is dan ook grotendeels TL.
De GL duurt 4 jaar. Nadien kunnen leerlingen een opleiding op het MBO niveau 4 volgen. De gemengde leerweg wordt niet overal aangeboden.
Theoretische leerweg (TL)
Kinderen die graag leren uit boeken en theoretisch onderlegd zijn, kunnen de TL volgen. Het TL is wat vroeger de mavo was.
Op het TL doe je examen in zes of zeven algemene vakken en worden kinderen voorbereid op een beroep in diverse sectoren, zoals administratie, verzorging of ict.
Na de 4-jarige TL kunnen leerlingen een opleiding volgen op MBO niveau 4.
HAVO (Hoger algemeen voortgezet onderwijs)
Het hoger algemeen voortgezet onderwijs is de op een na hoogste leerweg in het voortgezet onderwijs. Net als de theoretische leerweg bereidt de havo op theoretische wijze voor op op een vervolgopleiding aan het HBO.
Leerlingen doen examen in zeven algemene vakken. De havo duurt 5 jaar.
VWO (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs)
Het vwo is de hoogste stroming in het voortgezet onderwijs en wordt onderverdeeld in twee leerwegen: atheneum en gymnasium.
Atheneum
VWO Atheneum bereidt voor op de universiteit. De leerlingen doen examen in 8 algemene vakken. De opleiding is theoretisch en duurt 6 jaar.
Gymnasium
VWO Gymnasium biedt dezelfde vakken als het VWO Atheneum, duurt net zolang en bereidt ook voor op de universiteit. Het belangrijkste verschil is dat in de eerste drie klassen Latijn en Grieks gevolgd moeten worden. In de bovenbouw dient een van deze vakken gekozen te worden als vak en moet een vak voor klassieke culturele vorming worden gekozen. Gymnasiumleerlingen zoeken dus de uitdaging in leren.
Naar de middelbare school
Bovenstaande leerwegen en onderwijsniveaus geven een beeld van wat je als ouder en leerling kunt verwachten op het voortgezet onderwijs.
Met name in de VMBO-klassen, maar ook binnen de havo en het vwo komen dakpanklassen voor in de brugklas. Een kind kan dus in een kbl-tl klas of een tl-havo klas worden geplaatst. Ook havo-vwo dakpanklassen zijn normaal. Na 1 of 2 jaar kan dan de knoop doorgehakt worden en voor één niveau gekozen worden. Uiteindelijk halen leerlingen een diploma op 1 niveau en niet op een dakpanniveau. Bijvoorbeeld: een kind dat tl-havo doet in de eerste twee jaar, haalt uiteindelijk een tl-diploma of een havo-diploma.